Staar je niet blind op 19 graden

Artikel oorspronkelijk gepubliceerd door Idewe

“We moeten oppassen dat we ons niet blindstaren op die 19 graden”, zegt disciplineverantwoordelijke Arbeidshygiëne Jan Van Bouwel van IDEWE. “Of we dat op kantoor of in de klas nog als comfortabel aanvoelen, hangt van meerdere factoren af. Het zal er vooral op aankomen om de daling van de temperatuur goed te kaderen met informatie én de arbeidsorganisatie daarop af te stellen.”

Ook al voelen mensen die licht werk uitvoeren zich in de winter best bij 21 graden, een daling van de werktemperatuur tot 19 graden houdt op zich geen gezondheidsrisico’s in. Integendeel: het kan best zijn dat frissere temperaturen de concentratie en de productiviteit ten goede komen. “In veel kantoorruimtes stond de temperatuur in het verleden trouwens veel te hoog, soms tot 24 graden”, zegt Jan Van Bouwel.  “Je kan je afvragen of een temperatuurverlaging tot 19 graden in dat geval wel haalbaar zal zijn. Een verlaging naar 20 of 21 graden zal in dergelijke kantoren ook al een energiebesparing opleveren.”

Gevoelstemperatuur

“Er zijn bovendien een aantal kanttekeningen te maken. Een droge temperatuur van 19 graden zegt niets. Het is de gevoelstemperatuur die ieder individueel ervaart die bepaalt of we ons daar comfortabel bij voelen. Die wordt mede bepaald door de stralingstemperatuur van wanden en vloeren, de (temperatuur van de) luchtverplaatsing en de luchtvochtigheid. Concreet, ook al stook je tot 25 graden, wie op een koude vloer zit, zal koude voeten hebben, waardoor het temperatuurverschil tussen de onderkant en de bovenkant van zijn of haar lichaam oncomfortabel zal aanvoelen. Ook als je in een landschapskantoor naast een doorgangpad zit kan je makkelijk last hebben van koude luchtstromen die veroorzaak worden door voorbijkomende collega’s. Als er voordien dus al klachten waren over de temperatuur en de ventilatiestromen op kantoor, dan zullen die klachten bij het terugdraaien van de thermostaat alleen maar toenemen. En jawel, de wetenschap heeft aangetoond dat ook ons geslacht bepalend is voor de manier waarop we warmte en koude ervaren.”

Reorganiseer

Met een doordachte plaatsing van de mensen en de herinrichting van het kantoor kan je wellicht al een heel wat klachten vermijden.

“Je zou de koudeplekken op kantoor in kaart kunnen brengen en mensen op basis daarvan een nieuwe werkplek kunnen geven. Verder van de ramen of het pad bijvoorbeeld. Of je zou onder de bureaus op koude vloeren een tapijtje kunnen voorzien. In sommige bedrijven of kantoren zal dat al gemakkelijker te realiseren zijn dan in andere. Aan elke positieve maatregel is er helaas vaak een ommezijde. De kans is groot dat het verder van het raam donkerder is en dat je dus extra lichtsterkte moet voorzien, wat ook weer een (energie)kost met zich meebrengt.”

Naast mogelijke oplossingen op korte termijn, zijn er ook structurele oplossingen om de problemen met het binnenklimaat te bekampen.

“Voor deze winter zal dat weinig zoden aan de dijk brengen”, aldus Jan Van Bouwel, “maar het zijn natuurlijk wel de maatregelen die de klachten duurzaam de wereld kunnen uithelpen. Isoleren, een degelijk ventilatiesysteem installeren met roosters die toelaten om de snelheid van de luchtstromen geleidelijk over heel de ruimte te spreiden. En de maatregel waarmee in veel gevallen nog heel wat kan bespaard worden op energie: een degelijk onderhoud van de installatie.”

“Vaak zien we ook dat zowel ventilatie- als verwarmingsinstallaties te weinig fijnmazig aangestuurd kunnen worden, waardoor een aanpassing meteen een impact heeft op heel het gebouw. Terwijl ook de locatie van een ruimte, aan de noord- of de zuidkant van een gebouw of op een goed of slecht geïsoleerde verdieping bepalend is voor de gevoelstemperatuur. In dat geval dreigt een positieve aanpassing voor een aantal werknemers uit te draaien op klachten van een groot deel van hun collega’s.”

Corona en ventilatie

Ventilatie blijft een belangrijk aandachtspunt om corona- of griepbesmettingen te voorkomen. “De normen die in de Codex en in het Implementatieplan van de taskforce ventilatie vermeld staan, blijven uiteraard gelden. Nu de vaccinatiegraad hoger is en we het virus beter beheersen, kunnen we energie besparen door de ventilatie niet meer continu op volle kracht te laten werken. Als lokalen leeg zijn of in de nachtelijke uren kan de installatie dus minder intens draaien. Vertrouwen op de CO2- of bewegingssturing zal ervoor zorgen dat er energie wordt bespaard.”

Bedrijven of scholen zonder mechanisch ventilatiesysteem zullen ook deze winter hun toevlucht moeten zoeken in natuurlijke ventilatie. “Vensters openzetten terwijl de verwarming draait, is echter de rode loper uitrollen voor astronomisch hoge energiefacturen. Je kan in dat geval beter frequent maar korte periodes alle deuren en vensters openzetten, zodat de muren en het meubilair niet de tijd krijgen om af te koelen. Wie zich kan organiseren dat op die momenten de radiatoren dichtgedraaid worden, is beter af. Als natuurlijke ventilatie niet volstaat, kan een luchtreiniger misschien de oplossing bieden. Wellicht is het voor scholen onmogelijk om in elk lokaal dergelijk toestel te voorzien, ook hier hangt namelijk een prijskaartje aan.”

De verlaging naar een lagere temperatuur heeft ook mogelijk een positief effect. “De verlaging van de relatieve luchtvochtigheid door opwarming van de lucht zal minder zijn. Een hogere relatieve luchtvochtigheid betekent minder uitdroging van de slijmvliezen en bijgevolg een iets betere bescherming tegen indringers zoals virussen.”

Informeer, sensibiliseer

Alle maatregelen om de temperatuur omlaag te krijgen en intussen ook voldoende te ventileren, schieten hun doel voorbij als het welzijn of de fysieke gezondheid van mensen erbij inschiet. “De winst die je dan maakt op energetisch vlak, gaat verloren door het uitvallen van werknemers. Even belangrijk als de besparingsmaatregel die je treft, is dus de manier waarop je daarover informeert en sensibiliseert. Het effect van een maatregel zal voor een groot deel bepaald worden van de manier waarop je erover in dialoog gaat.”

“Betrek werknemers bij de beslissing en de uitwerking van de maatregelen. Ga samen ook op zoek naar manieren die een verlies van comfort kunnen compenseren. Mensen zullen aangepaste kledij moeten dragen. Geef daar als werkgever tips over. Als de thermostaat teruggedraaid wordt, dan kan je misschien ook een comfortruimte voorzien waar het wel 21 graden is en waar warme dranken ter beschikking zijn. Zorg dat mensen die zittend werk doen regelmatig even de tijd nemen voor beweging.  Van bewegen krijg je warm en is de verlaging van de temperatuur minder storend. Zorg er ook voor dat werknemers weten bij wie ze met vragen en klachten terechtkunnen. Dat voorkomt ook dat er verhalen ontstaan die de ware toedracht van maatregelen geweld aandoen.”