• Home

Slimme regio

Een slimme regio verzamelt data en gebruikt die om het leven van de inwoners te vereenvoudigen en steunt daarbij op slimme infrastructuur. Interleuven begeleidt de lokale besturen bij de evolutie naar een digitale wereld onder meer door te tonen hoe innovatieve technologieën kunnen helpen op uitdagingen zoals de energietransitie aan te pakken.

Regionale samenwerking

De aanzet tot het nadenken over regionale samenwerking en de rol van Interleuven hierin binnen het arrondissement Leuven komt voort uit een aantal tegelijk lopende evoluties en processen.

Er is de vraag en het aanvoelen van de stad Leuven om de uitbreiding van de KU Leuven vanuit een regionaal perspectief te bekijken. Zij gaf Prof F. De Rynck de opdracht een verkenning uit te voeren over de concrete organisatie van een versterking van de samenwerking tussen de steden Leuven, Aarschot, Diest en Tienen, de zogenaamde quadripool, en de relatie met de omliggende gemeenten, de kansen en de hinderpalen. Dit leidde tot de nota ‘Stadsregio en stedelijk netwerk Leuven. Is een versterkte samenwerking nodig en mogelijk? Verslag van een verkenning.’.

De Vlaamse regering startte ook met het proces van de interne staatshervorming om de lokale democratie te versterken en de slagkracht van de overheid te verhogen zodat deze op een efficiënte en effectieve manier een meerwaarde kan betekenen voor burgers en bedrijven. De bedoeling is om het bestuur dichter bij de burger te brengen.

Tot slot leert de jarenlange terreinervaring van Interleuven dat heel wat lokale problemen de gemeentelijke en/of bestuurlijke grenzen overstijgen en dat moeilijkheden vaak enkel kunnen worden opgelost door het maken van de juiste afwegingen tussen de verschillende beleidsniveaus en –sectoren.

Waarom regionaal samenwerken?

Mensen, bedrijven en diensten hebben steeds meer mogelijkheden inzake mobiliteit. Administratieve grenzen spelen niet mee wanneer mensen zich in hun dagelijkse leven verplaatsen naar hun werk, school, winkels, sportclub, … Dit is nog meer het geval in een stedelijke context. In de stedelijke regio vinden (industrieel) werken, school, zorg, ‘harde’ recreatie, bepaalde vormen van wonen, toerisme, … plaats. De bevolking gebruikt de plattelandsregio voor andere vormen van wonen, (para-) agrarisch en streekgebonden werken, ‘zachte’ vormen van recreatie en natuurbeleving, …. Deze toenemende functionele relaties vragen om een regionale benadering en samenwerking die ertoe zal leiden dat zowel de stedelijke als de plattelandsregio er sterker uitkomen.

Een aantal dossiers krijgen aldus steeds meer een regionale focus en een regionale actie zorgt daarbij eerder voor een effectief resultaat op het terrein dan een louter lokale. De Vlaamse overheid ondersteunt regionale samenwerking en ook Europa beklemtoont met haar programma’s voor subsidiëring het belang van regionale samenwerking, dit vaak als voorwaarde voor financiële ondersteuning. Lokale besturen krijgen steeds meer taken en verantwoordelijkheden opgelegd. Hierdoor dienen gemeenten/steden zich te versterken en worden zij gedwongen tot samenwerking om al hun taken op een volwaardige manier te kunnen (blijven) vervullen.

Voordelen

De voordelen van een regionale samenwerking voor de aanpak van dossiers met een regionale focus om tot resultaten op het terrein te komen zijn:

  • door schaalvergroting worden er meer financiële middelen, mankracht en technische expertise beschikbaar gesteld.
  • een geïntegreerde, gebiedsgerichte, gedifferentieerde, gezamenlijke aanpak waarbij gewerkt wordt op maat maar toch rekening houdend met de verschillen tussen en de kwaliteiten van de verschillende regio’s.
  • niet elk dossier moet behandeld worden door alle gemeenten van de samenwerking want het is mogelijk en denkbaar dat niet elk thema relevant is voor alle gemeenten/steden het is ook mogelijk om besturen die buiten de regionale samenwerking vallen te betrekken indien dit nuttig of relevant is

Transparantie

Regionale samenwerking mag niet leiden tot extra complexiteit. De uitdaging is om op maat van de regio te werken, bij te dragen aan bestuurlijke vereenvoudiging en voldoende transparantie te creëren. Een goede en heldere omkadering voor regionale samenwerking is onontbeerlijk. Dit mag niet leiden tot een nog complexere bestuurlijke en institutionele organisatie. Er wordt dan ook gewerkt vanuit bestaande structuren en samenwerkingsvormen.

Betrokkenheid middenveld

Bij de behandeling van dossiers met een regionale focus zijn niet alleen verschillende beleidsniveaus en administraties actoren, ook het middenveld speelt een belangrijke rol. Daarom zal er met KU Leuven, RESOC, VOKA, UNIZO en andere partners uit de regio intensief worden samengewerkt om positieve resultaten te kunnen behalen. Een specifieke en belangrijke maatschappelijke factor binnen onze regio is de KU Leuven. Naast een grote impact en veel gezag heeft de KU Leuven de nodige expertise en onderzoekscapaciteit over alle thema’s en aspecten die in de regionale dossiers aan bod komen. De universiteit wordt dan ook een vaste actieve partner bij de regionale samenwerking.

Burgemeestersoverleg

In het burgemeestersoverleg rond regionale samenwerking bespreken de lokale besturen in hoofde van de burgemeester verschillende beleidskwesties die voor de ganse regio van belang zijn.

Regionaal digitaal loket kinderopvang

Interleuven werkt aan een regionaal digitaal loket kinderopvang. In de stad Tienen en de gemeenten Tielt-Winge, Tervuren, Zemst, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Bierbeek, Herent, Hoeilaart en Lubbeek is het loket al operationeel. Later dit jaar volgen nog zeker een 6-tal gemeenten.

Ouders kunnen via de website kinderopvanginmijnbuurt.be het aanbod aan kinderopvang voor zowel baby’s en peuters (0 tot 3 jaar) als schoolkinderen in de deelnemende gemeenten raadplegen. Daarnaast zullen ouders online een aanvraag voor baby- en peuteropvang kunnen registreren waarna de deelnemende opvanginitiatieven deze autonoom kunnen behandelen.

Achtergrond

In 2015 kwam het dossier kinderopvang voor het eerst op de agenda van de vergadering van het burgemeestersoverleg regionale samenwerking Oost-Brabant. De schepen van sociale zaken van de stad Leuven gaf er aan de burgemeesters en betreffende schepenen/OCMW-voorzitters een toelichting over de problematiek kinderopvang en over hoe hierrond regionaal zou kunnen worden samengewerkt. Aan Interleuven werd gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken voor het opstarten van een regionale samenwerking m.b.t. kinderopvang en het uitrollen van een regionaal digitaal loket kinderopvang voor (al) de gemeenten in de ruime regio, naar analogie van het gebruikte systeem door de stad Leuven.

Vraag en aanbod matchen

Dit digitaal loket kinderopvang helpt ouders in de regio om op een efficiënte wijze effectief die kinderopvang te vinden waar zij naar op zoek zijn. De nood wordt geregistreerd en gekoppeld aan het aanbod. De effectieve toewijzing van beschikbare opvangplaatsen gebeurt echter nog altijd door het ‘individuele’ opvanginitiatief, zodat de eigenheid van elke voorziening behouden blijft. Daarnaast biedt het online-platform ook de nodige ondersteuning bij de (verdere) uitbouw van het lokaal loket kinderopvang. Een dergelijke regionale samenwerking, waarbij bij wijze van spreken een totaalpakket wordt aangeboden en de hele sector meedoet, is uniek en kan als piloot worden gebruikt voor andere regio’s.

Operationeel

Na een intensief en grondig vooronderzoek nam Interleuven begin 2018 een projectcoördinator voor het digitaal loket in dienst en werd een softwareleverancier aangesteld. In 2018 en de eerste maanden van 2019 werd de website voor ouders (frontend) volop ontwikkeld en werd gewerkt aan het administratieve platform dat zal worden gebruikt door de opvanginitiatieven en de lokale loketten kinderopvang. In 10 gemeenten is het loket dus ondertussen operationeel (Tervuren, TienenTielt-Winge*, Zemst, Bekkevoort en Boortmeerbeek, Herent, Lubbeek, Bierbeek en Hoeilaart). Voor dit project wordt nauw samengewerkt met de stad Leuven, die haar ruime ervaring en expertise met hun lokaal digitaal loket kinderopvang ten dienste stellen van het regionale platform.

De uitrol van het loket in de andere geïnteresseerde gemeenten wordt de komende maanden verder besproken en voorbereid. Hierbij proberen we om de (lokale) digitale loketten zo veel mogelijk (geografisch) te laten aansluiten. 

Eerste resultaten

In totaal werden er via het loket al 3547 opvangaanvragen geregistreeds sinds de opstart in april 2019 waarvan 1676 baby's of peuters effectief een plaatsje vonden. Dat laatste aantal zal de komende maanden nog stijgen. Heel wat ouders doen bij het begin van de zwangerschap een aanvraag waardoor de startdatum van de opvang ver in de toekomst ligt en de opvanginitiatieven deze aanvragen nog dienen te behandelen. Het relatief lage aantal ingevulde plaatsen kan ook te wijten zijn aan een effectief opvangtekort in de gemeenten.

*Gemeente Tielt-Winge heeft beslist om na 10 november 2019 geen vennoot meer te zijn van de intercommunale Interleuven. Wat dit voor gevolgen heeft voor het voortbestaan van dit project in de gemeente, wordt besproken tussen vertegenwoordigers van de gemeente én van Interleuven.

Automatische wegdekkwaliteitsinspectie Lubbeek

De gemeente Lubbeek gaat van start met een proefproject waarbij met behulp van cameratechnologie gemonteerd op vuilniswagens, het wegennet wordt gecontroleerd op eventuele gebreken.

Spitstechnologie

Volgens Muyters kunnen via spitstechnologie heel wat lokale maatschappelijke uitdagingen efficiënt aangepakt worden. In Vlaams-Brabant is vooral het pilootproject in Lubbeek opmerkelijk. Daar zal een 3D Time-Of-Flight camera gebruikt worden om het wegennet te inspecteren.

Wegennet van 300 km

De veelbelovende technologie wordt geïnstalleerd op de vuilniswagens van de gemeente. De keuze voor vuilniswagens is logisch omdat de voertuigen overal op het wegennetwerk rijden. Met het systeem kunnen problemen aan de wegeninfrastructuur efficiënt in kaart gebracht worden, van kleine putten in de weg tot grotere verzakkingen. Lubbeek telt 300 kilometer aan wegen en is bijgevolg erg geschikt voor het project.

Het project werd ingediend en goedgekeurd binnen de oproep 'City of Things' van het Agentschap Ondernemen en Innovatie en ontvangt een subsidie van 200.000 euro. Voor de uitvoering ervan werkt de gemeente Lubbeek samen met de intercommunales Interleuven en EcoWerf.