Grenzeloze logistiek

'Grenzeloze Logistiek', een project uit het Europese Interreg-programma Vlaanderen-Nederland, spoort logistieke bedrijven in de vijf Vlaamse provincies en de Nederlandse provincies Zeeland, Limburg en Noord-Brabant aan om in te zetten op innovatie en verduurzaming.

Het project startte op 1 oktober 2011 en liep af op 31 december 2014. De Europese Unie financierde 'Grenzeloze Logistiek' voor 50% via het Interreg-programma Vlaanderen-Nederland en 25% cofinanciering kwam van de Vlaamse Overheid.

'Grenzeloze Logistiek' had tot doel de logistieke sector op duurzame wijze te verankeren in de grensregio Vlaanderen-Nederland. Dit gebeurde door het aanjagen en versterken van samenwerking, alsook door het demonstreren van win-win cases. Maximalisering van duurzaamheid, efficiëntie, effectiviteit, ruimtegebruik en technologische vernieuwing waren de rode draad. De casestudie van Interleuven kadert binnen de specifieke doelstelling van 'Grenzeloze Logistiek' om een efficiënt ruimtegebruik na te streven.

Casestudie Interleuven
Voor het project 'Grenzeloze Logistiek' nam Interleuven de as Leuven-Mechelen onder de loep. Deze as met de gemeenten Boortmeerbeek, Haacht, Herent, Kampenhout en Leuven wordt gekenmerkt door de Mechelsesteenweg, het kanaal Leuven-Dijle, de spoorlijn Leuven-Mechelen-Antwerpen, het specifiek economisch knooppunt van Kampenhout-Sas en de net buiten het arrondissement gelegen dryterminal in Muizen. De economische bedrijvigheid in het gebied is nog onvoldoende gestructureerd en potenties blijven onderbenut.

Een gebiedsgerichte en gemeente-overschrijdende visie moet hier een oplossing aan bieden. De studie kwam tot stand in overleg met alle betrokken (economische) actoren in de regio (bedrijven, gemeenten, provincie, Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij, NMBS, Waterwegen en Zeekanaal, …).

Resultaat: visie voor een efficiënt en duurzaam gebruik
Uitgaande van inventarisatie en analyse kwam Interleuven voor de regio Leuven-Mechelen tot een visie voor een efficiënt en duurzaam gebruik van de bedrijventerreinen, gericht op een optimalisatie van de economische activiteiten in de regio. Een belangrijk aandachtspunt hierin is uiteraard het logistieke aspect en het optimaal aanwenden van de aanwezig multimodale mogelijkheden (weg, spoor, kanaal).

"De infrastructuur op de as tussen Leuven en Mechelen vormt de motor voor lokale en regionale economische ontwikkeling, maakt synergieën, samenwerking, differentiatie en specialisatie mogelijk, is ingebed in een internationale structuur en geeft de noodzakelijke ruimte aan ondersteunende economische activiteiten voor de maatschappij en de samenleving. In relatie met andere ruimtebehoeften (wonen, recreatie, landbouw, natuur, …) wordt deze economische (vervoers)infrastructuur optimaal aangewend om zowel de multimodale overstap te maken als een identiteit toe te kennen aan de verschillende bedrijventerreinen."

Volgende standpunten zijn de vertaling van deze visie en worden aangereikt als toetsingskader voor toekomstige beleidsplannen en initiatieven:

  • De juiste activiteit op de juiste plaats
  • Het spoor inzetten aan de uiteinden van de as
  • Een economische en recreatief-landschappelijke synergie langsheen het kanaal
  • Overslagzone voor het aanliggende hinterland
  • Primaire economische voedings-as voor zijn stedelijke uiteinden
  • Lokale tewerkstellings-as
  • Naast individuele initiatieven inzetten op collectieve initiatieven voor water
  • Logistiek op maat en schaal van de regio
  • De as faciliteert een duurzame regionale ontwikkeling

Er wordt geijverd voor een mentaliteitswijziging waarbij het eigen en te enge perspectief wordt doorbroken om over verschillende diensten, sectoren en grenzen te werken aan collectieve initiatieven. Voor de ontsluiting van vrachtvervoer over het water betekent dit gemeenschappelijke kaaimuren, gegroepeerd transport, enzovoort. Dit houdt ook de verbetering in van de overgangen over het kanaal en het spoor om het wegverkeer vlotter af te wikkelen. Bestaande en lopende planningsinitiatieven dienen vanuit de gemeenschappelijke beleidsvisie te worden bijgestuurd, ontwikkelingen worden met een verhoogde aandacht voor het landschap ingekleed en voor de recreant wordt de veiligheid en het comfort van de fietspaden verhoogd. Er wordt gewerkt aan de differentiatie in het bedrijventerreinaanbod en een intergemeentelijk huisvestingsbeleid regelt de toewijzing van bedrijven naar het meest geschikte bedrijventerrein.

Overleg met diverse actoren
Deze visie voor een efficiënt en duurzaam gebruik van de bedrijventerreinen kwam tot stand in overleg en samenspraak met de diverse betrokken (economische) actoren binnen de regio (waaronder de bedrijven, gemeenten, provincies, Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij, NMBS, Waterwegen en Zeekanaal, ...).

Proefvaart met lege flesjes en bouwmaterialen
In 2014 organiseerden AB InBev en André Celis nv twee succesvolle testvaarten om hun goederenstromen te bundelen en de mogelijkheden te onderzoeken om lege bakken bier over het water te transporteren in plaats van over de weg. In een testtraject werden bierbakken per boot naar Jupille vervoerd. Op deze manier moest het schip dat al jaren bouwmaterialen van Luik naar Leuven brengt geen lege heenvaart doen. Uit onderzoek naar de resultaten van de proefvaart, uitgevoerd door de VUB in opdracht van Interleuven en POM Vlaams-Brabant, blijkt dat er 22,3 % CO2 minder wordt uitgestoten en dat de externe transportkosten dalen met 36%.

Met deze veelbelovende proefvaart hopen Interleuven en de andere partners dan ook waardevolle informatie te halen voor het (verder) optimaliseren van het transport van en naar de betrokken bedrijventerreinen. AB Inbev en André Celis hebben ondertussen besloten de samenwerking verder te zetten. Met een aantal firma’s in de Vaartzone lopen er gesprekken. Duurzaam transport wordt zo stilaan de realiteit, gestimuleerd door Interleuven en de POM Vlaams-Brabant.

Beleid
De visie moet leiden tot een goed huisvestingsbeleid in de regio, een betere begeleiding of ondersteuning van (logistieke) bedrijven en een verbeterde ruimtelijke inplanting van ondernemingen. Op langere termijn moeten de nieuwe inzichten ook mogelijkheden genereren om op een slimme manier de logistiek te organiseren en om nieuwe vormen van regie toe te passen. Het moet resulteren in een meerwaarde op verschillende domeinen namelijk economisch, ecologisch (milieuaspect door alternatieve, duurzame transportmiddelen) en leefbaarheid (mobiliteitsaspect) in het algemeen. De meerwaarde van het project Grenzeloze Logistiek wordt zichtbaar als elke projectpartner de gemeenschappelijke beleidsstandpunten onderschrijft en uitdraagt in zijn eigen acties en beleidsbeslissingen. Interleuven voedt met deze gemeenschappelijke visie de discussie over de toekomstige evolutie van deze as.

Meer weten?
Alle informatie over Grenzeloze Logistiek: de verschillende projecten, de partners, de doelstellingen, ... staat op de projectsite www.grenzelozelogistiek.be.